Afgelopen weken zijn we weer wat dichter bij elkaar gebracht door een streepje muziek. Na het najaar met het enorme succes van The Masked Singer, kregen we opnieuw The Voice van Vlaanderen op ons bord, net zoals Liefde voor Muziek. Maar de kerst op de taart was toch wel de Week van de Belgische muziek. Het deed de liefde voor de (Belgische) muziek weer helemaal opwaaien.

In het najaar van 2020 kroonde Sandra Kim zich na bijna 25 jaar opnieuw tot koningin van de vocale stemmen. Nadien viel er een kleine pauze van muziekprogramma’s, maar sinds begin februari is The Voice van Vlaanderen opnieuw op de buis. De editie van 2021 bevat naast de vaste waarde van Natalia en Koen Wauters ook twee nieuwe juryleden: Niels Destadsbader en Tourist LeMC. Twee nieuwe krachten die zich achter de rode knop wagen, maar twee complete tegenpolen.
De één graag in de spotlight, de ander eerder op de achtergrond. De één verkoopt zich met (flauwe) woordmopjes en een West-Vlaamse achtergrond, de ander verkoopt zich gewoon niet. Geen verkoopspraatje, maar gewoon kort zeggen waar het op staat. Toch heb ik als kijker een paar keer gedacht, door de grote verschillen tussen de coaches, dat Tourist LeMC niet op zijn plaats zit in het concept van The Voice. Je voelt dat hij nog onwennig is, maar bovenal ziet hij zichzelf niet als een grootmacht in de Vlaamse muziek. Terwijl hij dat wel is, want hij zingt/rapt geen stukken afgeratelde tekst over seks, drugs, vrouwen en problemen. Het zijn poëtische, sterke teksten omgezet in een kunstwerkje van een lied.
Die rasechte Belgische muziek neemt me mee naar ergens waar ik nu liever zou zijn: naar het kind zijn, om weer kind te zijn.
Sofie
De twee shows die Eén ons te bieden had om de Week van de Belgische muziek te vieren bracht me terug naar nostalgische herinneringen. Soulsister, Ozark Henry, Daan, Milow en Novastar waren met hun liedjes enkel in mij blijven hangen door mijn kindertijd. Ik niet altijd goed beseffend wie de artiesten waren, maar het deuntje klonk zo bekend in de oren.
Het doet me altijd denken aan vroeger. Mijn mama die tijdens het poetsen één van hun nummers op een luid volume liet afspelen, om haar taak wat draaglijker te maken. Of mijn zussen en ik die luidkeels meezongen met Milow tijdens het (nogmaals) heropbouwen van onze stad van Playmobil in ons tuinhuisje. Die rasechte Belgische muziek neemt me mee naar ergens waar ik nu liever zou zijn: naar het kind zijn, om weer kind te zijn. Zonder druk, zonder stress en zoveel tijd om te spelen, want zorgeloos heb ik ze niet ervaren.
Twee tijden, twee generaties ontmoeten elkaar om niet langer te vergeten, maar om te blijven herinneren.
Sofie
Dankzij die twee shows kon ik weer even teruggrijpen naar die tijd, maar misschien ook wel voor het eerst genieten van wat voor moois er in België afgelopen decennia gemaakt is. Maar des te bijzonder dat ze artiesten die al jaren meegaan, samenbrachten met de nieuwe opkomende generatie van muzikaal talent. Elkaar kansen aanbieden, in tijden zonder kansen. Mijn ontdekking is absoluut Portland.
De muziek van nu kunnen we niet meer vergelijken met bloeiende jaren ’70 en ’80, maar shows zoals deze tonen dat muziek niet verloren gaat, maar blijvend is. Ze zijn nog steeds gekend en geliefd. Twee tijden, twee generaties ontmoeten elkaar om niet langer te vergeten, maar om te blijven herinneren.
Bovenal smachtte ik door de Week van de Belgische muziek weer voor het eerst naar echte livemuziek, naar de feestjes op vrijdagavond en zomerse avonden met een streepje muziek op de achtergrond. Dansend, genietend en dan wel vergetend.
Ik besefte in de week van 8 februari dat muziek ons allen verbindt en het optimisme weer aanwakkert. En juist nu zouden we heel wat vleugjes optimisme kunnen gebruiken. Dus laat ons allen maar dansen en samen muziek maken, want the best is yet to come.