genoeg is genoeg

Ik heb genoeg van die starende ogen die langs mijn lichaam glijden. Ik heb genoeg van de mannen die dicht tegen me aan komen stappen om me dan te zeggen hoe mooi ik ben. Ik heb genoeg van de auto’s die ’s avonds stoppen en hun raampje naar beneden doen om me dan iets toe te roepen. Het is meer dan genoeg.

Een onderzoek uit 2019 toonde aan dat 91% van de meisjes in België al eens in aanraking kwam met seksuele intimidatie. Bij de mannen is dat slechts 28%. Bijna elke vrouw krijgt dus te maken met seksuele straatintimidatie en 83% van de Europese jonge vrouwen voelt zich onveilig op straat. Veel te hoge cijfers en het lijkt alleen maar erger te worden.

Dag en nacht, nauwelijks verschil. We laten iemand achter, als een prooi voor een wild beest.

We hebben al langer te maken met een individualiserende maatschappij, maar door corona zijn we de volle focus op onszelf gaan leggen. We kijken en lopen vooral niet te dicht tegen andere mensen aan. We geven elkaar geen kus meer, we omhelzen elkaar niet om troost te bieden, we gunnen elkaar geen blik of glimlach meer… we staren nog, maar meer doen we niet. We zijn vies geworden van elkaar of beter gezegd bang. De overheid leerde ons dat we afstand moesten bewaren om elke kans op besmetting te vermijden, hoe onmenselijk het ook kan zijn.

Daarnaast is de sociale controle op straat ook drastisch afgenomen, omdat iedereen thuis te vinden was. We waren en zijn minder beschermd dan vroeger, ondanks die twee prikjes. We zien iemand bang kijken, we zien iemand lastiggevallen worden, we zien iemand in paniek, … maar we grijpen niet in. Dag en nacht, nauwelijks verschil. We laten iemand achter, als een prooi voor een wild beest.

Zoals Jozefien Daelemans ooit zei: Woorden zijn gemakkelijker dan daden. Alsof we alleen maar opstaan als trends de ronde doen. Hashtags zijn symptomen van een ziek systeem.

We kunnen elkaar niet blijven negeren. Niet iedereen staat na een voorval van seksuele straatintimidatie weer op met een rechte rug. Niet iedereen kan de volgende dag weer zorgeloos door de straten fietsen. Niet iedereen durft nog alleen in het donker wandelen zonder gsm in de hand en oortjes in. Niet iedereen wilt en kan nog uitgaan. Niet iedereen heeft nog vertrouwen in de ander. Niet iedereen voelt zich zoals hij of zij vroeger was.

Allemaal wetende dat ze niet beschermd werden of worden. Alsof hun verhaal er niet toe doet, alsof zij er niet toe doen. We kunnen hashtags gaan gebruiken, maar in werkelijkheid niks veranderen. Zoals columniste Jozefien Daelemans ooit zei: Woorden zijn gemakkelijker dan daden. Alsof we alleen maar opstaan als trends de ronde doen. Hashtags zijn symptomen van een ziek systeem.

Je vertrouwen ebt weg. Je gaat iedere persoon die je tegenkomt slecht of verdacht maken, want wie in deze wereld heeft nog goede bedoelingen?

Waar is de solidaire mens gebleven, die gaf om haar medemens? Hebben we dan echt nog zo weinig lief? Geven we nog om andermans gevoelens en trauma’s? Bestaan alleen wij nog in onze eigen wereld?

We maken het allemaal mee, maar we horen nog te weinig verhalen. Soms doen we alsof het niet bestaat, alsof het allemaal niks is. De één kan gemakkelijker de draad weer oppikken dan de ander. Die ander voelt zich dan weer eenzaam in zijn of haar bevangen gevoel of voelt zich juist niet begrepen. Want het is toch o zo gemakkelijk om gewoon verder te gaan met het leven?

Nee. Je voelt je vies nadat je weer bent nagefloten, aangestaard of aangesproken. Er is iets in je gebroken. Alsof je enkel een stuk vlees bent die de honger van anderen moet stillen. Je vertrouwen ebt weg. Je gaat iedere persoon die je tegenkomt slecht en verdacht maken, want wie in deze wereld heeft nog goede bedoelingen?

We blijven het gewone leven leven, ondanks dat we niet meer de zorgeloze gewone mens zijn.

Steeds vaker stapelen de verhalen zich op maar we komen toch nog altijd “veilig” thuis. We houden onze verhalen bij, maar elke keer weer verandert er iets in je. Je krijgt schrik om alleen buiten te zijn, je gedraagt je ingetogener, je kleedt je anders,… allemaal om je niet weer als afval te voelen.

Je wilt niet dat je ouders zich zorgen maken, want dan zou het wel eens kunnen dat ze je niet meer zorgeloos naar een feestje laten gaan. We blijven het gewone leven leven, ondanks dat we niet meer de zorgeloze gewone mens zijn. Het verhaal van Julie Van Espen deed iets veranderen in ieder van ons.

Vanaf dan is Julie de mooiste bloem geworden die we elkaar kunnen geven als teken van kracht, hoop en change.

Julie Van Espen, een 23-jarige studente aan Universiteit Antwerpen, werd op zes mei 2019 teruggevonden in het Albertkanaal, nadat ze al enkele dagen vermist was. Ze was met haar fiets van Schilde op weg naar Antwerpen, waar ze had afgesproken met enkele vriendinnen. Daar is ze nooit aangekomen.

Die avond zat de 39-jarige Steve Bakelmans langs het kanaal te wachten op een willekeurig slachtoffer. Julie, een jonge vrolijke en positieve vrouw in de fleur van haar leven, had de pech dat net zij op dat moment langsreed. Ze werd van haar fiets getrokken maar ze verweerde zich, want zij wilde niet zijn slachtoffer zijn. Zij vocht met al haar kracht voor alle slachtoffers van seksueel geweld, waardoor ze er zelf ook één werd. Vanaf dan is Julie de mooiste bloem geworden die we elkaar kunnen geven als teken van kracht, hoop en change.

Zij willen niet dat ook hun dochter slachtoffer wordt. “Ik wil je niet kwijt Sofie.” De angst dringt ook mij binnen.

Sindsdien zijn er veel ouders ongeruster geworden, mijn mama is alleszins banger geworden. Er moet altijd iemand mee met mij naar huis fietsen. Ze laat me liever niet alleen met een vriendin naar het buitenland gaan. Ze vraagt me elke keer om iets te sturen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Sinds enkele maanden haalt ze me ook liever op bij mijn zus die nog geen straat verder woont. “Stuur me een berichtje als je vertrekt. Stuur me een berichtje als je je niet veilig voelt. Wees voorzichtig he, Sofie.”

Door de daden van andere mensen, zijn wij vrouwen een stuk van onze vrijheid verloren, voelen we ons onveilig als we ’s avonds en zelfs overdag alleen lopen, moeten we altijd in groep zijn zodat we voor elkaar kunnen zorgen, denken we dat er ons alleen maar slechte dingen kunnen overkomen en slaan onze ouders soms doodsangsten uit. Zij willen niet dat ook hun dochter slachtoffer wordt. “Ik wil je niet kwijt Sofie.” De angst dringt ook mij binnen.

Toch heb ik een soort automatisme ontwikkeld om me meteen op het ergste voor te bereiden.

Op mijn sociale media deed ik een kleine oproep voor wie wilde getuigen over seksuele straatintimidatie. Daaruit kwamen deze twee getuigenissen.

Lise (19)* krijgt als ze ’s avonds gaat wandelen met haar hond wel eens opmerkingen over haar uiterlijk te horen. “Ik heb wel al eens te horen gekregen dat als mijn hond er niet bij was, ze het wel zouden weten. Er zijn ook al eens mannen naast mij komen wandelen die meermaals om mijn nummer vroegen. Het ergste was misschien wel dat ik achtervolgd werd door een auto, zij bleven maar vragen of ik niet wilde instappen.”

Voor Lise zijn deze voorvallen “kleine” dingen, die voor haar niet traumatisch zijn maar wel een indruk achterlieten. “Ik vergeet het niet. Ik heb nu geleerd om niet meer zo dicht langs mensen te fietsen en ook te reageren als er weer zoiets gebeurt. Toch heb ik een soort automatisme ontwikkeld om me meteen op het ergste voor te bereiden.”

Alsof wanneer je er zogezegd minder vrouwelijk uitziet, minder kans hebt op ongewenst gedrag. Ook hierop plakt er precies een standaard plaatje.

Het is haar wel opgevallen dat ze steeds minder geconfronteerd wordt met seksuele intimidatie. “Sinds ik mijn haar heb afgeschoren, word ik minder lastiggevallen. Misschien is er totaal geen verband, maar het valt me wel op. Alsof wanneer je er zogezegd minder vrouwelijk uitziet, minder kans hebt op ongewenst gedrag. Ook hierop plakt er precies een standaard plaatje.”

Jeroen (18)* maakte het als jongen al een paar keer mee dat hij werd lastiggevallen op straat. “Ik ben ’s avonds al meermaals nageroepen geweest toen ik langs mensen fietste of wandelde. Maar die keer dat er eens iemand achter mijn fiets aanliep heeft toch wel de grootste indruk nagelaten. Het verbaasde me dat ik dit meemaakte. In mijn ogen was het eerder iets dat vrouwen of meisjes overkwam, maar mij dus ook.”

Als je die gedachte hebt wanneer je iemand in het openbaar ziet lastiggevallen worden, maar je doet niks ontloop je gewoon je verantwoordelijkheid als burger en medemens.

Het liet niet alleen een indruk op hem na, hij merkte ook een verandering in zijn gedrag op. “Ik vermijd ’s avonds vaker plaatsen waar veel mensen zijn zowel met de fiets als te voet. Op één of andere manier heeft het mijn vertrouwen in mensen wat teruggedrongen. Als ik nu iemand op straat tegenkom, ben ik sneller geneigd om slecht te denken over die persoon. Soms kan ik kwaad zijn op mezelf voor die “overdreven” reactie en dat denken, puur omdat ik wel nog controle had over de situatie en er me niet echt iets is overkomen.”

Het valt ook Jeroen op dat seksuele straatintimidatie steeds vaker voorkomt. “Tegenwoordig is er een groot gebrek aan respect voor elkaar. Het is ver te zoeken. Mensen mengen zich ook liever niet met “andermans zaken”, want het is niet “hun probleem”. Die gedachte alleen al is het probleem. Als je die gedachte hebt wanneer je iemand in het openbaar ziet lastiggevallen worden, maar je doet niks ontloop je gewoon je verantwoordelijkheid als burger en medemens.”

Het is dus dringend tijd dat we onze verantwoordelijkheid opnemen en er niet van weg te lopen. Als medemens hebben we niet alleen rechte, maar ook plichten en die durven we wel eens te vergeten.

*= schuilnaam

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: