Ik ben afgelopen maanden in veel huilbuien beland. Ik heb veel mood swings gehad. Ik heb vaak de spiegel gemeden. Ik ben leeg geweest. Ik heb me nog nooit zo gevoeld.

Het is hier heel stil geweest afgelopen weken. Niet omdat ik mijn blog, het schrijven en mijn verhalen wilde opgeven, integendeel zelfs, maar er kwam gewoon niks uit mijn pen. Ik had niet alleen een enorm tijdsgebrek, maar ook geen energie of inspiratie. Het was weg, het was op.
Ik heb gehuild omdat ik mensen van me afduwde die ik zo graag zie.
Ik ben op vier weken tijd twee keer ziek geworden. Ik heb gehuild van schuldgevoel, omdat ik anderen niet ziek wilde maken, omdat ik geen corona wilde hebben, omdat ik niet weer ziek wilde zijn en omdat ik niet weer lessen wilde missen. Ik heb gehuild omdat ik maar niet kon slapen door een onophoudelijke hoest. Ik heb gehuild omdat ik uitgeput was van de vele gedachten en dromen. Ik heb gehuild omdat ik mensen van me afduwde die ik zo graag zie.
Ik kreeg de bevestiging van iets dat ik al langer wist: ik was fysiek en mentaal op. Op school was ik de enige aan tafel die opdrachten, lessen en taken vaak niet zag zitten en alleen maar pessimistisch zat te wezen tussen al dat enthousiasme. Wellicht overdrijf ik ook een beetje, maar zo voelde het voor mij aan. Ik zat er angstig bij en werd alleen maar onzeker van al dat talent van mijn vrienden en studiegenoten. Geen vertrouwen in mezelf en op zoek naar mijn talent.
Thuis was ik nog stiller dan anders. Ik bracht niet het leven in huis dat een normale student zou doen. Ik kwam niet thuis met vrolijke en goede verhalen, maar met waterige ogen. Uiteraard zat er ook wel eens een positieve noot in het avondmaal, maar te weinig. Ik at iets en kroop vroeg mijn bed in, in de hoop dat mijn ellendige gevoel de volgende dag weg zou zijn.
Net zoals in mijn laatste puberjaren, overvalt me de extreme onzekerheid, de prikkels, de vergelijkingen, de angsten en de dromen.
Ik zei al mijn sociale activiteiten af. Niet alleen omdat ik ziek was, maar ook omdat ik dacht dat ik met mijn negatieve buien niks zou kunnen bijbrengen aan iemands avond. Ook zou ik met teveel prikkels moeten omgaan, die mijn gedachten weer op hol zouden zetten en mijn onzekerheid nog meer zouden aanwakkeren.
Net zoals in mijn laatste puberjaren, overvalt me de extreme onzekerheid, de prikkels, de vergelijkingen, de angsten en de dromen. Ik sta stil en denk dat ik achteruitga. Maar zoals mijn zus tegen me zei, toen ik een berichtje stuurde dat het niet geweldig ging:
“Ik zie je alleen maar groeien, Sofie. Het is logisch dat je het gevoel hebt dat je nu aan veel meer moet werken. Hoe verder je ergens geraakt, hoe meer je merkt wat erbij komt kijken en wat je nog niet kan. Waardoor er opeens veel meer taken op je lijstje lijken te komen, in plaats van dat je er dingen van kan afvinken. Dat wil niet zeggen dat je achteruitgaat.”
Ze heeft gelijk. Bij groeien komt pijn kijken. Pas wanneer je gegroeid bent, kan je helder achterom kijken en zien wat je al allemaal verwezenlijkt hebt. Ik ben nog volop aan het groeien en daar hoort ook pijn lijden bij, maar ik kan ook zeggen dat ik al gegroeid ben.
Ik ben trots dat dat stille meisje in mij aan de ‘alarmbel’ kon trekken. Thuis, bij vrienden, op school en elders. Ik ben trots dat ik thuis het gesprek durf aan te gaan wanneer het niet goed gaat. Dat ik het gevoel “de mensen die ik het liefste zie, mogen niet zien of horen dat ik het moeilijk heb of kwetsbaar ben” van me af heb kunnen schuiven. Maar dat alles heb ik ook vooral te danken aan de warme omgeving waarin ik me bevind.
Ik probeer mezelf rust te gunnen, meer los te laten, voor mezelf te kiezen en minder streng te zijn tot ik weer in dit deel van het leven gegroeid ben.
Het kan nog zoveel beter en sneller, maar dit is al goed. De grootste, mooiste en dapperste stap die ik de laatste jaren heb gezet. Toch al iets van mijn verwezenlijkingen waarop ik kan terugkijken. Volwassen worden is niet de meest standvastigste fase van het leven, maar het brengt je wel mijlenver: je weet wat leven is.
Ik ben nog volop aan het groeien, dus ik heb nog (veel) dagen dat ik mezelf liever niet in de spiegel bekijk of mezelf op foto’s zie. Ik heb nog veel mindere dagen, waarop de vermoeidheid me overvalt en ik met momenten intens verdrietig word zonder reden. Maar nu ik aan meerdere mensen heb verteld over mijn mentale toestand op dit moment, probeer ik meer voor mezelf te zorgen. Ik probeer mezelf rust te gunnen, meer los te laten, voor mezelf te kiezen en minder streng te zijn tot ik weer in dit deel van het leven gegroeid ben.
Ik ben in regenbuien terechtgekomen, waar de zon nog maar af en toe kwam piepen. Elke dag straalt de zon een beetje meer. Er zullen zeker nog regenbuien boven het zonnetje passeren, maar we weten allemaal na regen komt zonneschijn.