Al twee jaar lang krijgen we te maken met het fenomeen ‘oversterfte’. Het fenomeen waarbij er meer mensen sterven dan op voorhand verwacht wordt. Hoeveel mensen er ook sterven en hoe meer we ook inzien dat we op iedere leeftijd een kans hebben om te sterven, toch blijven we ons gedragen als een onsterfelijk wezen. Hoe dichterbij de dood komt, hoe verder we ervan weglopen.
Afgelopen twee jaar werd er ons bijna elke dag gemeld hoeveel mensen er gestorven waren aan een virus. De mensen die stierven als gevolg van hartfalen of kanker waren nog niet inbegrepen. Al twee jaar lang worden we gedwongen om massaal afscheid te nemen. Soms staand aan het sterfbed of nog vaker gewoon in de zetel wachtend op een telefoontje. “Hij is gestorven, mevrouw. Gecondoleerd.” Piep, piep. Net afgelopen en de volgende werd al gebeld. Zo snel kon het gaan.
Afscheid is dichtbij met de ziel veraf.
Onmenselijk eigenlijk dat we er zo vaak niet bij mochten zijn. Onder welke omstandigheden dan ook, zouden we altijd het recht moeten hebben om fysiek afscheid te nemen. Afscheid nemen van een dierbare gebeurt niet via een simpel telefoontje. Afscheid nemen gebeurt niet op afstand. Afscheid nemen is van een persoon en niet van de laatste herinnering. Afscheid nemen is de allerlaatste keer een beeld opslaan. Afscheid is dichtbij met de ziel veraf.
Maar de angst voor de dood, begint al bij de wil om niet ouder te worden en te de denken dat we onsterfelijk zijn. We beginnen rond ons veertig (steeds vroeger) met het spuiten van botox, niet alleen om onze onzekerheid op te vullen of te voldoen aan het ideaalbeeld maar ook om te verbergen dat we ouder worden. We gaan niet openlijk toegeven dat we aftakelen, dat er zich rimpels vormen rond onze ogen, mondhoeken en op ons voorhoofd. We gaan de midlifecrisis tegemoet met steeds uitdagendere avonturen van verre reizen, hiken, zeilen, een moto kopen,…
De toekomst van jongeren is over twintig jaar, dat van ouderen ligt morgen.
We zijn vooral bang dat we worden verstoten uit de maatschappij wanneer we niet meer functioneren als een jong ding dat vroeger alle aandacht kreeg. Reden? Opdracht volbracht. Het is immers tijd om de jonge, nieuwe generatie het woord te laten voeren. De toekomst van de jongeren is over twintig jaar, dat van ouderen ligt morgen. In een paar tellen zijn al hun inspanningen precies voor niks geweest, vervaagt de aandacht, worden ze minder aantrekkelijk bevonden en ondervinden ze fysieke ongemakken… en zijn ze precies niet meer van tel.
Dus waarom zouden we ouder willen worden als we ons er waardelozer of juist minder in onze waarde door voelen? We moeten geholpen worden met het wassen, er moet iemand anders boodschappen gaan doen, er moet iemand dagelijkse zorg komen bieden, … Het zijn stilaan de laatste fasen van het leven die we door moeten. We vergeten, we slapen, we slikken medicijnen om ons nog zo goed mogelijk op de been te houden, we kijken televisie en de dag is al voorbij. Af en toe onderbreekt iemand zijn/haar drukke leven om nog eens goedendag te komen zeggen na weken afwezigheid.
De gedachte dat je iemand nooit meer zal terugzien en bij je zal hebben, die je zo graag ziet, is dat wel draaglijk?
De Belg wordt tegenwoordig gemiddeld 81,8 jaar. Ook al leven we langer, het afscheid is niet minder pijnlijk. We weten dat ze lang hebben mogen leven en dat we onszelf gelukkig mogen prijzen, maar afscheid nemen van iemand die je zolang in je leven hebt mogen hebben is niet zomaar voorbij. Het gaat nog steeds gepaard met ontzettend veel verdriet en rouw. Het is altijd moeilijk om een dierbare te verliezen.
De dood is het meest fysiek pijnlijke verdriet dat we kunnen ervaren. Het is dan ook logisch dat we dat verdriet willen vermijden, dat we er zelfs angst voor hebben. De gedachte dat je iemand nooit meer terug zal zien en bij je zal hebben, die je zo graag ziet, is dat wel draaglijk? De gedachte dat je ook niet weet waar hij of zij nu is. De gedachte aan je eigen dood. Het is beklemmend.
Waarom willen we niet ouder worden? Het antwoord is simpel: omdat wanneer we fysiek aftakelen, we ons bewust worden dat we een stap dichter bij de dood zijn. Waarom we bang zijn voor de dood? Het antwoord is er: omdat we onze dierbaren geen ondraaglijk verdriet willen bezorgen en we zelf geen strijd willen voeren tegen geen ondraaglijk verdriet. Waarom we liever niet willen sterven? Het antwoord is heel simpel: omdat we te weinig geleefd hebben.
Een mens hangt aan het leven, onmiskenbaar. Maar de dood is onze enige zekerheid in het leven.
LikeLike